er ligt een cocon van stof naast mijn voeten en af en toe kruipt er een zwart schepsel in en uit om zich tijdelijk even in veiligheid te nestelen
op het spoor gefietst
dat niet meer het spoor is
vergist als locomotief, mijn motieven verlicht
door lichten boven de baan
van rood-achtig en witte strepen
als lijn van de lucht die steeds helderder lijkt
te worden en een kaart die
voor te stellen met onvoorstelbaar
veel schakeringen, verbindingen
een brandplek, verbrandplek
gebrand in een huid
in het huis van mijn helende geest
komt over de woeste wateren
komt omver gegooide verzamelingen
re-organiseren, komt opvegen
wat was gevallen en gestrooid
toen ik verstrooid mijn hand brandde
aan warmhoudende elementen
plots waren die heet
Licht schijnt verder, schijnt in mijn ooghoeken en vult ze helemaal op tot alles gevuld is tot een heldergele gloed
en dan komt soms uit het midden licht
helder geflits
bij een donkere stoep
er wordt vuurwerk afgestoken
en de afgrond
naar leidend metaal
ik twijfel er niet aan
uit mijn veiligheid te springen
alles is illegaal
zelfs licht
licht ook, waarbinnen
ons huis wordt opgesplitst
flitsend raast hij verder
vierende cabines
met ontwetende mensen