Een onverwachts, onhandig doosje vouwt zichzelf open in je handen. Terwijl je daar klungelig probeert de horizontale lijn horizontaal te houden en niets te laten vallen, volgen je ogen lijnen, woorden, twee delen die opengeklapt kunnen worden. Kwetsbaar schommelt het voorwerp in het midden als je draait en openvouwt, leest over dat wat gaat over mijn lichaam. Over dat van mij en over dat van heel veel mensen, de helft van iedereen. Wat het is, wat het doet, wat het met mij doet. Over vruchtbaarheid, over mijn buiten en mijn binnen. We beginnen te leren van elkaar.
top of page
Bloemlezingen van Esther
bottom of page
Comments